Wist u dat…

In de rubriek “Wist u dat … ” worden regelmatig nieuwtjes, bijzonderheden op fietsgebied onder de aandacht gebracht. Hierbij valt te denken aan fiets- en onderhoudstechniek, nieuwtjes op fietsgebied, tips en trics. Heeft u als lezer nog een goede tip of een goed idee, schroom niet en stuur ons een e-mailtje.


 

Veiligheid tijdens het fietsen

Klik op veiligheid tijdens het fietsen om de pdf-file te openen.


Schoonmaken van de fiets na regen- of hagelbui

Sommige renners nemen hun vuile fiets mee in bad of spuiten deze af met een hoge drukspuit. Beiden wil ik jullie niet adviseren. De gemakkelijkste methode, althans dat doe ik altijd, om de fiets na een regen- of hagelbui schoon te maken is als volgt. Maak het frame met een grote zachte autospons met voldoende water en autoshampoo schoon. Daarna voor- en achterwiel met hetzelfde sopje en spons. Tijdens het schoonmaken de ketting en tandwielen niet met de spons aanraken anders krijg je daarna zwarte vegen op je frame. De ketting en tandwielen doe je als laatste met een afwasborstel met eveneens voldoende sop. Daarna frame, wielen en ketting goed droogmaken. Vervolgens de ketting inspuiten met een goed smeermiddel. De overtollige olie wegvegen. Et voila. Om ervoor te zorgen dat het vuil niet snel hecht aan het frame zet ik deze in de autowas. De onderbuis doe ik meestal twee maal om aanhechting van slakken / vuil en dergelijke te voorkomen.


Sportdrank

Een sportieve uitdaging vraagt veel van het lichaam zo ook tijdens de onderlinge wielerwedstrijdjes in de Willemspolder. We verbruiken in sneltempo onze energie reserves, de spieren ondervinden schade en zweetverlies droogt het lichaam uit. Al die factoren vreten aan ons prestatievermogen. Om onze prestatie zoveel mogelijk op peil te houden, en na het sporten snel te kunnen herstellen, moeten we tijdens de prestatie de juiste zaken eten en drinken.

Vocht en koolhydraten
De basisvereisten tijdens het fietsen zijn voldoende aanvulling van onze koolhydraatreserves (brandstoffen) en aanvoeren van water en elektrolyten, ter vervanging van het zweetverlies. Bij een sport prestatie verbranden we ongeveer 70 gram koolhydraten per uur. We putten dus uit onze reserves, die na anderhalf uur al volledig opgebruikt kunnen zijn. Om onze prestatie op peil te houden moeten we dat vermijden, door tijdens het fietsen koolhydraten in te nemen.

Door zweetverlies verliest het lichaam elektrolyten en water. Van alle elektrolyten gaat er meest natrium verloren. Een zweetverlies van ongeveer 2,5% van het lichaamsgewicht, doet het prestatievermogen tijdens een inspanning met hoge intensiteit met maar liefst 45% dalen! Gezien zweetverlies, afhankelijk van het individu en de omgevingstemperatuur, 500 ml tot 2,4 liter per uur bedraagt is een dergelijk prestatieverlies al mogelijk na minder dan een uur niet drinken. Een goudenwieler drinkt daarom het best 0,5 tot 1 liter per uur. Hier wordt dan niet het welbekende gerstesap bedoeld maar een goede sportdrank.

Het belang van een goede sportdrank
Een goede sportdrank kan zowel aan de vereisten voor vocht inname als koolhydraat inname voldoen. Een dorstlesser bevat ideaal 6,5% koolhydraten en voldoende elektrolyten: ongeveer 0,6 gram natrium per liter en iets meer dan 1 gram kalium per liter. Ze is geschikt om in grote hoeveelheden te drinken.
Het is erg belangrijk dat de koolhydraatconcentratie niet te hoog ligt. Dit maakt de drank immers hypertoon. Vochtopname uit hypertone dranken is heel beperkt, en werkt maag- en darmproblemen in de hand. Een andere belangrijke factor is de zuurtegraad van de drank. Om maag- en darmproblemen te vermijden kies je best een sportdrank met neutrale zuurtegraad.


Bochtenwerk

Een goede bochtentechniek is voor een wielrenner zeer belangrijk. Als je over een slechte bochtentechniek beschikt ga je als het ware “vierkant” door de bocht. Hierdoor verlies je veel snelheid en verspil je onnodig veel energie omdat je na elke bocht steeds weer een “gat” moet dichtrijden.
Aangezien wij als vereniging regelmatig in de Willemspolder trainen en wedstrijdjes fietsen rijden we veel bochten op snelheid. Hierbij is met name durf vereist. Naast deze durf is er natuurlijk ook techniek vereist om een goede bocht te rijden. Hoe gaat dit dan precies in zijn werk. De fietst helt over in dezelfde richting als de bocht. Hoe sneller de bocht wordt gereden; hoe scherper de bocht; hoe sterker het overhellen. Hier zijn natuurlijk grenzen aan verbonden. Bij een te schuine stand en de kwaliteit van het wegdek kan de fietst onderuit glijden. Ook gebeurt het vaak dat de trapper het wegdek raakt met alle gevolgen van dien. Om te voorkomen dat het pedaal in de bocht het wegdek raakt moet exact worden ingeschat hoe een bocht moet worden genomen terwijl er wordt doorgetrapt. Dit betekent dus vrij ver recht vooruit in de bocht kijken en de bocht wijd ingaan. Bij scherpe en snelle bochten is het beter om het pedaal aan de binnenkant van de bocht omhoog te houden en het buitenbeen te strekken. Verder is het van belang dat je je bovenlichaam als het ware van de bocht wegtrekt. Je begint alweer te trappen op het moment dat je in de bocht bent. Wellicht een keertje oefenen tijdens de dinsdagavond training.

Reageren is mogelijk via deze link: e-mailtje.